Ik moet mijn passie vinden – is het waar?

Wat is mijn passie? Hoe kan ik mijn passie vinden? Wanneer mag ik eindelijk mijn potentieel verwezenlijken? En wat is mijn potentieel? Wat kan ik doen om er dichter bij te komen?

Het zijn vragen die bij ons allemaal opkomen. Ze kunnen ons een boost geven, maar ze kunnen ook veel stress opleveren. Want wat zeg ik daarmee eigenlijk tegen mezelf? Dat mijn leven, zo zoals het is, niet in orde is. Dat er iets ontbreekt. Dat er nog iets moet gebeuren. Ik moet iets doen, ik moet iets veranderen, want ik ben niet goed zoals ik ben.

Merk je hoe onrustig en ontevreden je wordt van de gedachte “Ik moet mijn passie vinden”? Hoe je jezelf met anderen gaat vergelijken, die “alles al hebben” of die “het hebben gemaakt”? Zie je hoe je geest je beelden voorspiegelt van mensen die hun passie hebben verwezenlijkt? Wat zijn dat voor beelden? Van mensen die als digitale nomaden een uurtje per dag op het strand zitten te werken, en die de rest van de tijd door het leven dansen? Van succesvolle, stralende stellen? Van mensen die elk moment doen wat ze willen, of die een leven hebben dat hen altijd en overal voldoening geeft?

Merk je, wanneer je de gedachte gelooft – dat je je passie moet vinden – hoe je geest driftig op zoek gaat naar dat ene ding, dat je leven in een klap tot vervulling zal brengen? Dat ene ding, dat voor altijd een einde zal maken aan je onrust, aan dat knagende gevoel van nog steeds niet zijn waar je zou willen zijn?

Je geest wordt een zoeklicht, dat alles scant en beoordeelt wat zich aandient. Die baan, is dat mijn droombaan? Of moet ik zzp’er worden? Wie zal er voor honderd procent bij me passen? Is het die persoon? Of moet ik nog verder zoeken?

Het wonderlijke van de drive “Ik moet mijn passie vinden”, is dat hij je steeds verder van je pad af brengt. Je wordt ontevreden, er gaat iets in je binnenste knagen. Je ervaart de dingen die je doet als betrekkelijk zinloos, en je verlangt naar alles wat je (nog) niet hebt.

Wat is de boodschap die je daarmee aan jezelf afgeeft?

Ik faal. Ik heb niet wat ik zou moeten hebben. Ik ben niet goed zoals ik ben. Mijn passie is nog steeds niet groot genoeg. Hier ben ik, en ik loop mijn eigen leven mis.

Begin je te merken hoe je bij jezelf weggaat? Hoe je iets in jezelf probeert aan te vullen, zonder je af te vragen of het misschien allang voorhanden is?

Wie zou je zijn zonder de gedachte: Ik moet mijn passie vinden?

Zonder de gedachte is er opeens ruimte. Ik kan de voorwerpen en de mensen om me heen helder waarnemen, zonder ze te labelen als “Dit is het” of “Dit is het niet”. Ik word nieuwsgierig. Er komen herinneringen in me op. Als kind, wanneer ik zin had om iets te doen, deed ik het gewoon, tot ik er genoeg van had. Soms lag ik in het gras en keek ik naar de lucht. Dan weer verzon ik een nieuw spel, waarna ik mijn vriendjes en vriendinnetjes uitnodigde om het uit te proberen.

Niets was groter of kleiner dan andere dingen. Alles had zijn eigen maat, zijn eigen waarde. Het leven was één grote, onophoudelijke ontdekkingsreis. Er bestond geen verlangen om ergens uit te komen. Er was geen dwang om een statement te maken. Er was niet de onuitgesproken eis dat het een perfecte ontdekkingstocht moest worden, die maar een doel had: volledige vervulling, voor eeuwig en altijd.

Ik kan zien dat ik het leven, dat zo belangeloos door me heen stroomt, in mallen en vormen probeer te drukken. Ik kan ook zien dat ik zelf degene ben die mij daarmee het gevoel geeft dat ik niet goed genoeg ben.

Zonder die gedachte is er openheid. Verbondenheid. Ik voel mijn lichaam. Ik zie hoe de zon op de rand van de stoel schijnt. Een liedje dient zich aan in mijn hoofd, en ik begin mee te neuriën.

Ik voel me rijk, levend, doorstroomd van energie. Aanwezig. Zo simpel: alles is er. Er ontbreekt niets. Ik ben niet langer afgesneden van het leven, ik leef niet langer toe naar een niet bestaande toekomst. Hier, nu, daar waar ik ben, dient de vervulling zich in al haar krachtige en tegelijkertijd subtiele facetten aan.